Het achterstallig onderhoud aan de honderden kilometers kademuur verspreid over het land is groot. Algoritmen helpen vast te stellen hoe lang een kade nog mee kan.
Aan de kustlijn, kanalen en meren heeft Zeeland zijn unieke karakter te danken. De economie van de provincie hangt er voor een groot deel van af, met het toerisme en de havens. Maar door het vele water is een maatschappelijke opgave, die elders in het land al hier en daar fors opspeelt, in Zeeland een waar hoofdpijndossier geworden: het achterstallige onderhoud aan de kademuren.
Lange tijd golden kademuren als een bijna letterlijk ondergeschoven kindje. Het grootste deel ervan is immers niet te zien – dat bevindt zich onder de waterspiegel. De meeste kaden dateren uit de periode tussen 1960 en 1980. Aangezien ze zijn ontworpen voor een levensduur van vijftig jaar, hadden veel ervan eigenlijk al moeten worden vervangen. Voor andere kaden komt dat moment snel dichterbij.
Opgave veel te groot
Maar omdat het gaat om honderden kilometers, is dat een opgave die veel te groot is om zomaar even op te pakken. Mankracht, materieel en financiële middelen ontbreken om de kaden op korte termijn allemaal onder handen te nemen. De behoefte aan methoden om de opgave over een langere periode uit te smeren is groot. Het Zeeuwse waterbouwbureau Walhout Civil heeft de handschoen opgepakt. Het achterstallig onderhoud is groot, bevestigt ingenieur Jan Walhout, een van de twee managing partners van het bureau. ‘We zien het al jaren gebeuren. De kaden zijn immers vijftig jaar geleden aangelegd en raken op’, zegt Walhout. ‘Maar pas nadat er drie jaar geleden in Amsterdam een kade bezweek, is het een belangrijk gespreksonderwerp geworden.’
Veroudering en vergroting
Er zijn volgens Walhout meer dan vijftig manieren waarop een kade kan falen, maar uiteindelijk komt het er op neer dat door veroudering degradatie ontstaat. In een betonnen kademuur kunnen daardoor bijvoorbeeld scheuren ontstaan; stalen kademuren verliezen hun noodzakelijke soepelheid. Binnensteden, waar de kademuren soms nog veel ouder zijn, kennen weer een heel andere problematiek. ‘We hebben een casus gehad met een kade uit 1890, gemaakt van basalt op houten paaltjes. Zodra die paaltjes gaan rotten, is het gedaan met de kade’, zegt Walhout – een vergelijkbaar proces als in de Amsterdamse binnenstad op grotere schaal plaatsvindt.
Ontwerpen op levensduur
De oorzaken zijn legio. Het is namelijk niet alleen veroudering die de kaden parten speelt. ‘We zijn gaan spelen met de waterstand. Laten we die te ver dalen, dan komen houten palen deels bloot te staan en dat vormt het startsein voor het rottingsproces.’ Daarnaast is het gebruik van de kade al lang niet meer zoals ooit was voorzien. De belasting is veel zwaarder geworden en het verkeer drukker. Er is nóg een reden die extra urgentie geeft aan de opgave, zegt Marleen Verheij, die voor Walhout Civil juridische en strategische trajecten voor haar rekening neemt. ‘We zijn strenger geworden, normen zijn aangescherpt. Voorheen bouwde men met het idee: we zien wel hoe lang dit het houdt. Ook met kaden dacht men: het zal mijn tijd wel duren. Nu wordt specifiek ontworpen op een bepaalde levensduur. Dat is veel beter en beheersbaarder.’