Provincie
Gelderland start een onderzoek naar de juridische, organisatorische en
financiële haalbaarheid van een publiek warmte-infrabedrijf.
Dit bedrijf moet verantwoordelijk worden voor het aanleggen en beheren
van warmtenetten in de regio, zodat de transitie naar een aardgasvrije
warmtevoorziening versnelt.
Provincie
Gelderland slaat voor dit haalbaarheidsonderzoek de handen ineen met
gemeenten Arnhem, Wageningen, Apeldoorn, Ede, Lingewaard,
Culemborg en Nijmegen. Ook netwerkbedrijf Alliander biedt een helpende
hand. Het onderzoek wordt in het voorjaar van 2021 afgerond en
vervolgens voorgelegd aan de Provinciale Staten en betrokken
gemeenteraden.
Potentie van warmtenetten is groot
De
Rijksoverheid heeft gemeenten aangewezen als regisseurs van de
warmtetransitie in Nederland. Zij moeten eind 2021 een zogeheten
transitievisie
warmte opleveren, waarin de route richting aardgasvrij beschreven
staat. In Gelderland werken provincie, gemeenten en waterschappen
gezamenlijk aan regionale energiestrategieën, waar het warmtevraagstuk
een belangrijk onderdeel van is. De strategieën geven
bijvoorbeeld inzicht in de verschillende beschikbare warmtebronnen in
de provincie, zoals restwarmte en geothermie, en de potentiële
afzetgebieden. De potentie van warmtenetten blijkt er groot. Dat geldt
overigens ook voor de rest van het land. Vanaf 2025
(tot en met 2030) moeten 80.000 woningen per jaar aangesloten worden op
stadswarmte, stelt het nationale Klimaatakkoord. Na 2030 moet dat
volume zelfs omhoog.
Warmtetransitie versnellen
In
Gelderland moeten zo’n 8.000 tot 10.000 woningen per jaar de overstap
op stadswarmte maken. Momenteel staat de teller echter op een
paar honderd aansluitingen per jaar. Werk aan de winkel dus, vindt Jan
van der Meer, gedeputeerde Energietransitie voor de provincie: “Het
tempo waarin woningen worden aangesloten op duurzame warmtebronnen is nu
te laag. Maar als overheid kunnen we ervoor
zorgen dat bewoners ook in de toekomst op een betaalbare manier een
warm huis hebben, zónder gebruik te hoeven maken van Gronings aardgas.”
De
oprichting van een warmte-infrabedrijf kan daar een essentiële rol in
spelen. Zo’n bedrijf kan de warmte-infrastructuur namelijk voor
zijn rekening nemen, die nodig is om aanbieders van duurzame warmte te
verbinden met eindgebruikers. Bijkomend voordeel: Provincie Gelderland
heeft al ruimschoots ervaring met warmtenetten. “We beschikken over
verschillende grootschalige warmtenetten in de
regio”, aldus Van der Meer. “Bijvoorbeeld in Arnhem en Nijmegen, waar
duizenden woningen verwarmd worden met de restwarmte van
afvalenergiecentrales in Duiven en Weurt. Maar ook in Ede, waar
snoeihoutcentrales het warmtenet voeden en geothermie dat stokje
in de toekomst wellicht overneemt.” “Verwarming hoort, net als energie
en internet, bij de vitale infrastructuur. Het leveren van warmte via
een collectief systeem zie ik daarom echt als een publieke dienst”,
vervolgt hij. “Een publiek warmte-infrabedrijf
zou ons echt helpen in de overschakeling naar een duurzame wereld.”
Aardgasvrij in 2050
Nederland
telt ongeveer 7 miljoen woningen en 1 miljoen andere gebouwen, waarvan
95 procent momenteel met aardgas verwarmd wordt. In
2050 moet dat verleden tijd zijn. Die ambitie liegt er niet om. Om dat
doel te behalen, moeten vanaf 2021 50.000 woningen per jaar van het gas
af. Vanaf 2030 zal dat tempo drastisch omhoog moeten, naar 200.000
woningen per jaar.
Bron: Duurzaambedrijfsleven