De regels voor bedrijven en particulieren
die met drones vliegen worden per 31 december – daags voor Brexit –
eenvoudiger. Bedrijven moeten daardoor minder drempels ervaren om met
drones aan de slag te gaan. Het probleem is echter dat zo’n beetje
niemand er nog klaar voor is.
Momenteel is het voor een Nederlands
bedrijf nagenoeg onmogelijk om een klus in een ander Europees land uit
te voeren. ‘Het is al lastig om in België aan de slag te gaan, laat
staan in Spanje’, zegt Pieter Franken, consultant voor Terra Drone, een
van de grootste dronebedrijven van Europa. ‘We hebben het wel
geprobeerd, maar de berg aan formulieren die je dan door moet! Alles in
het Spaans; niet te doen. We doen ook klussen in Nigeria en alles is
daar eenvoudiger te regelen dan in Spanje.’ Mede daarom voert de
Europese Commissie per 31 december nieuwe, uniforme regels in waaraan
zowel bedrijven als particulieren moeten voldoen om met een drone het
luchtruim te kiezen.BrexitMet de nieuwe regels voor dronegebruikers
hoopt Europa banen te creëren in de relatief jonge sector. ‘De EU wil
het economische potentieel van drones benutten en tegelijk de risico’s
binnen de perken houden, evenals de gevolgen voor het milieu’, zegt
Joost Vreeken, R&D engineer en projectleider bij het Koninklijk
Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) in Amsterdam.De opvallende datum van 31 december is
gekozen om ook Groot-Brittannië nog mee te laten doen met deze regels,
vlak voordat Brexit een feit is. De drempel is straks lager, omdat de
dronegebruiker in veel gevallen geen uitgebreide opleiding meer hoeft te
doen tot dronepiloot, alleen een online examen. En anders dan bij de
huidige, nationale regels, maken de nieuwe regels geen onderscheid meer
tussen een hobbyist die een drone de lucht in stuurt of een bedrijf.
Regels op risico’s gebaseerdDe regels zijn straks gebaseerd op de
risico’s die het vliegen in een bepaalde situatie met zich meebrengt.
Hiervoor zijn drie categorieën in het leven geroepen: open, specific en
certified. Onder de categorie ‘open’ vallen – kort gezegd – de
eenvoudige vluchten met laag risico. Dus hobbyisten die foto’s willen
maken vanuit de lucht, maar ook bedrijven die met een drone op een plek
vliegen waar weinig mis kan gaan.
Gaat een bedrijf met een drone de lucht in
en komt daarbij een zeker risico kijken, dan valt het in de categorie
‘specific’. En bij ‘certified’ gaat het om operaties waarbij de gevolgen
meteen groot zijn als er iets misgaat. Vreeken: ‘Denk aan bemande
drones, ofwel luchttaxi’s. Wil je daarmee vliegen, dan moet je aan net
zulke strenge eisen voldoen als de bemande luchtvaart nu.’
Uitgebreide opleiding niet meer nodigIn de praktijk zijn op dit moment alleen
de categorieën ‘open’ en ‘specific’ van belang. In de open-categorie mag
je al vliegen als je drone een CE-keurmerk heeft – nu moet nog elk
toestel apart worden gekeurd. Verder is een uitgebreide opleiding tot
dronepiloot niet meer nodig en volstaat een online examen. Dit betekent
echter wel dat elke hobbyist voortaan wordt gezien als drone-exploitant.
Vreeken: ‘Hij of zij moet online examen doen en goed verzekerd zijn
voor aansprakelijkheid. En de droneliefhebber moet straks voorvallen
melden, bijvoorbeeld wanneer het toestel uit de lucht valt.’
VeiligheidsmaatregelenBedrijven die met hun droneklussen in de
categorie ‘specific’ vallen, hebben voortaan te maken met zes
verschillende niveaus, oplopend in mate van risico. ‘De nieuwe aanpak is
dat de luchtvaartautoriteit – de Inspectie Leefomgeving en Transport
(ILT) – de context beoordeelt waarin iemand wil gaan vliegen en
vervolgens verlangt dat daarbij de juiste veiligheidsmaatregelen worden
genomen om de risico’s zoveel mogelijk in te perken’, zegt Vreeken.Dat begint al met een technische check van
de drone en zijn componenten. Bij laagrisico-operaties mag het bedrijf
die zelf uitvoeren, bij operaties met een hoger risico moet een
onafhankelijke partij dat doen. Die legt de bouwkwaliteit van de drone
onder het vergrootglas; liggen er geen kabeltjes tegen scherpe randen
aan en is de elektrische bedrading wel netjes opgebonden? In de
categorie ‘specific’ vallen sowieso alle drones die zwaarder zijn dan 25
kilogram omdat daarbij meer technische maatregelen nodig zijn om de
veiligheid te waarborgen. Bijvoorbeeld een parachutesysteem voor zware
drones die over mensen heenvliegen. Ook de piloot die buiten
zichtafstand wil vliegen, moet meer technische maatregelen treffen,
zoals een camera op de drone die mensen kan signaleren.
NoordzeeDe eisen die aan de drone worden gesteld,
hangen ook af van waar hij vliegt, vertelt Vreeken. ‘Een drone die over
de Noordzee moet vliegen, zal anders worden bekeken dan een toestel dat
een simpel stukje over de hei moet afleggen. Het zout in de lucht boven
zee kan de onderdelen van de drone op de proef stellen. En een drone die
hoogspanningskabels gaat filmen, moet geen last krijgen van de
elektromagnetische straling die daarvan af komt. Ook voor wie met een
drone boven een dorp of stad wil vliegen, of in een luchtruim dat veel
drukker is dan normaal, worden de veiligheidseisen strenger’, zegt
Vreeken.
SchoorstenenOndernemers die drones inzetten voor het
uitvoeren van inspecties op hoogte ervaren straks – als het goed is –
minder strenge regels. Dit gaat met name over eenvoudige klussen met een
drone die een camera aan boord heeft, zoals het inspecteren van
zonnepanelen op een dak of het inspecteren van schoorstenen. Dat wordt
in sommige gevallen simpeler. Wil een bedrijf nu bijvoorbeeld aan de
slag bij een fabrieksschoorsteen, dan moeten daar twee medewerkers bij
zijn: één die de drone bestuurt en één die de omgeving scant op
risico’s, zoals andere objecten in de lucht of voorbijgangers. Onder de
nieuwe regels volstaat straks één medewerker. Tenminste, mits de
situatie dat toelaat. ‘Als het toestel binnen zichtafstand blijft en het
vliegen geen risico’s oplevert voor mensen op de grond.’Bron: De Ingenieur