Bij het inschrijven op aanbestedingen hebben mkb en grootbedrijven ongeveer gelijke kansen om te winnen. Mkb-bedrijven schrijven gemiddeld vaker in, wat verklaart waarom zij meer opdrachten krijgen.
TenderNed heeft onderzoek gedaan naar de concurrentiepositie van het mkb ten opzichte van het grootbedrijf. Voor dit onderzoek heeft ze de kansen voor mkb en grootbedrijf onderzocht en daarbij naar absolute en relatieve aantallen gekeken. Daaruit blijkt dat de winkans voor beide groepen even groot is.
De Aanbestedingswet heeft onder meer als doel om het mkb betere toegang tot de aanbestedingsmarkt te verlenen. Ook lokale inkoop is een belangrijk doel. Het mkb voelt soms belemmeringen om in te schrijven door hoge eisen, een grote opdracht of kosten verbonden aan inschrijving.
Uit onderzoek van TenderNed blijkt dat het mkb zich vaak richt op middelgrote opdrachten tussen 100.000 en 1 miljoen euro, waar het grootbedrijf van 1 miljoen tot 100 miljoen interessant vindt. Kleinere opdrachten van alle types gaan vaak naar het mkb. Schrijven zowel mkb als grootbedrijf in, dan gaat meer dan de helft van de opdrachten naar het mkb. De winkans voor beide is gelijk.
Het mkb schrijft in zo’n 41% van de aanbestedingen als enige in, in 44% van de aanbestedingen is er een mix, in 15% schrijven alleen grootbedrijven in. Splitst een aanbesteding in percelen, dan is de kans dat het mkb wint groter. Zo’n 68% van de gunningen gaat naar het mkb, zo’n 32% naar het grootbedrijf. Concurreren beide groepen met elkaar, dan wint in 47% van de gevallen het mkb, 34% gaat naar het grootbedrijf, in de resterende 19% gaat het om een combinatie.
Met dank aan aanbestedings cafe